blogs/verhalen

Calabria wandeltocht

CALABRIA 2019 over Pollino, Paolo & Pollo

Na de hele ochtend een non existing route gelopen te hebben in Nationaal Park POLLINO, kruipend door overwoekerde paadjes, zeer gammele bruggetjes, diepe kloven met watervalletjes en gedwongen op blote voeten door wild stromende beken te waden werd het in mijn ogen tijd voor pranzo. Eenmaal puffend boven gekomen waar we wel een dorp vermoedden, bleek het totaal uitgestorven. Door de stegen op zoek naar iets of iemand troffen we alleen een oud mannetje. “zochten we iets te eten en drinken? no problema, loop mee naar de hoek dan bellen we Paolo”.

Natuurlijk kwam Paolo gelijk en opende het luik van een oud pand waarachter een klein barretje schuilging. Neem vast iets te drinken dan heb ik over een kwartier iets klaar. Inderdaad een kwartiertje later mochten we de trap op naast de bar en stonden we in zijn huiskamer driehoog die tevens dienst deed als osteria . Een handvol tafeltjes, een spectaculair uitzicht door het enige raam en voordat we zaten stond er een fles zelfgemaakte wijn op tafel van het type geen etiket, erg lekker en vooral zwaar. Gelukkig gevolgd door een aantal schaaltjes met heerlijks. Alles fatto in casa met de verontschuldiging erbij dat “we eigenlijk dicht zijn en dit is wat we zelf voor de pranzo eten”. Precies goed voor mij, ik lust altijd alles….. dacht ik.

Ondanks ons herhaaldelijk “no grazie” wilde hij nog meer serveren. “Signora ,we maken ook nog snel een pasta”. Ok dacht ik nog, een klein beetje pasta met tomaat of zo proppen we er uit beleefdheid nog wel bij. Mij kun je wakker maken voor pasta maar ik wist niet wat ik zag toen hij glunderend de schaal op tafel zette. We hebben een paar minuten zitten kijken wat er eigenlijk in zat. Grote, vette poten, klauwen met de nagels er nog aan. Scusa maar het zag er zeer onsmakelijk uit. Ik eet sowieso geen vlees en manlief besloot ter plekke dat te volgen.

Ik heb even overwogen stiekem de helft van de schaal in mijn rugzak te laten verdwijnen maar Paolo kwam al vragen hoe het smaakte en trots vertellen dat het om hele speciale reuzenkippen ging, van een Amerikaans ras die ze zelf hielden. “of we ze wilden zien….?” Met heel veel excuses en “dat we echt niet meer konden eten, want de rest was al te veel en te lekker” heb ik hem kunnen overtuigen dat het niet aan zijn kookkunsten lag en kwam de zelfgestookte grappa in een Jack Daniels fles op tafel.

Het weer was inmiddels compleet omgeslagen en het viel met bakken uit de lucht. We besloten via de bochtige weg terug te lopen en niet weer door de ruige natuur een pad te zoeken. Met een fles wijn achter de kiezen leek niets meer ver.

Volgens Paolo was dik 2 uur in dit weer lopen gekkenwerk en hij ging uitzoeken hoe laat de bus kwam die tweemaal daags de berg op en af reed. Persoonlijk bracht hij ons een uur later met zijn auto naar de twee bochten hoger gelegen bushalte. Daar stonden we dan, niet gelovend dat er ooit een bus zou komen totdat we van ver een luid getoeter hoorden.

Wij als enige passagiers maakte het een privérit van een half uurtje; luid toeterend voor elke bocht reed de chauffeur ons terug naar ons dorp aan zee waar we opdroogden in de zon.

En dat het dorp BUONVICINO heet , letterlijk GOEDE BUUR, dat snappen we.