Meet the locals: Carmelina
Er zijn zoveel verhalen te vertellen over de inwoners van mijn dorp. Hieronder een selectie korte verhalen die ik eerder op mijn Facebook heb gedeeld.
Carmelina (90)
Carmelina, mijn buurvrouw, noem ik liefkozend Truus de Mier. Een klein, tenger dametje, altijd in de weer en je ziet haar dan ook elke dag een aantal keren voorbij lopen. In rap tempo en de vele trappen in huis of een heuveltje onderaan de straat daar heeft ze ook geen moeite mee. “ik doe het al heel mijn leven, blijven bewegen zolang je kunt” dat is haar motto. Je treft haar ook vaak vegend voor haar huis; alles moet schoon zijn. Ze roept “lavori sempre “( je bent altijd aan het werk) wanneer ze langsloopt en ik weer eens op mijn trapje zit te bellen. Als ze bij ons aanklopt en Remco doet open kijkt ze na haar ciao langs hem heen en vraagt gelijk of de signora er niet is. Serieuze zaken doet ze alleen met mij want ik begrijp haar meteen.
Ik drink af en toe een caffè bij haar thuis, altijd met iets zoets erbij én een scheutje anice ( anijslikeur). Dit is heel gezond want ze maakte het elke dag voor haar vader die het dronk om 6 uur in de ochtend en hij is bijna 100 geworden. Salute! We hebben voldoende gespreksstof; ze vraagt me naar Olanda en is verheugd dat ik interesse toon in tradities en gebruiken van haar dorp. Dat ik niet op zondag net als zijzelf in de kerk zit wordt me vergeven.
Op een ochtend roept ze me ; het is tijd voor de PIGNATA. De antieke methode om de fagioli , witte bonen in een vuurvaste kruik ( de pignata) in het vuur van de open haard te koken. Heel attent dat ze me roept en ik deze traditie kan aanschouwen.
Behendig maakt ze in haar woonkamer een vuurtje, de pignata wordt in de hete kooltjes verwarmd. Slow is het woord- je moet erbij blijven en de tijd hebben. Carmelina legt ondertussen zeer nauwkeurig uit hoe dit gerecht zo lekker mogelijk gemaakt wordt.
Het schuim op de bonen mag niet te hoog komen, moet gelijkmatig verdeeld worden en de kruik wordt af en toe verplaatst, dan weer dichter op het vuur dan weer verder ervanaf.
Gelijkmatig en langzaam koken is zeer belangrijk leer ik. Net zo belangrijk als vaak roeren.
Carmelina vertelt dat ze dit als kind al geleerd heeft en dat de pignata er in vele formaten is. Dit is maar een kleintje, maar vroeger gebruikten we er een die groot genoeg was voor wel twintig personen.
Inmiddels dringt de geur van witte bonen al de kamer binnen en ik verbaas me over het zoete hiervan. Wanneer de bonen klaar zijn krijg ik een bordje mee en wanneer ik de eerste bonen proef verbaas ik me opnieuw; in niks lijkt het op de bonen die ik ken uit Nederland. Wat een intense smaak. Ik proef ze eerst in al hun pure eenvoud maar krijg het advies er met knoflook een contorno van te maken, of een pasta fagioli of………
Volgende stap is dat ik het in mijn eigen open haard ga maken.
One Comment
Pingback: